-
1 de leegloop van het platteland
de leegloop van het platteland -
2 de ontvolking van het platteland
de ontvolking van het plattelandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de ontvolking van het platteland
-
3 van buiten komen
van buiten komenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > van buiten komen
-
4 buiten
buiten1〈 het〉————————buiten2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:hij woont buiten • he lives in the countrynaar buiten gaan • 〈 buitenshuis〉 go outside/outdoors; 〈 naar het platteland, de stad uit〉 go into the country/out of town; 〈 scheepvaart〉 put to seanaar buiten opengaan • open outwardshij ging zijn bevoegdheid te buiten • he exceeded his authorityzich te buiten gaan (aan) • overindulge (in)zich aan eten/drinken/roken te buiten gaan • eat/drink/smoke to excessvan buiten • from/on the outsidevan buiten komen • 〈 van het platteland〉 come from the country; 〈 van buiten naar binnen〉 come from outsidehulp/invloeden van buiten • outside help/influenceseen gedicht van buiten leren/kennen • learn/know a poem by heart————————buiten3〈 voorzetsel〉2 [niet betrokken bij] out of3 [behalve] except (for)4 [zonder] without♦voorbeelden:buiten gevaar • out of dangerhij was buiten zichzelf van angst/woede • he was beside himself with fear/angeriemand buiten gevecht stellen • put someone out of actionbuiten werking/gebruik • out of order/useer buiten blijven • stay out of itzich ergens buiten houden • stay out of somethinghij staat buiten alles • 〈 neemt nergens deel aan〉 he is always on the outside; 〈 is er niet bij betrokken〉 he's not involved't is buiten mijn medeweten gebeurd • it happened without my knowledgeik kan er niet/moeilijk buiten • I cannot do without ithij heeft de zaak buiten mij om beslist • he decided the matter without (consulting) me -
5 have
n. rijk, iemand die veel bezittingen heeft--------v. hebben; bezitten; verkrijgen; nodig hebben; veroorzakenhave1[ hæv] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ the haves and the have-nots • de rijken en de armen, de bezitters en de niet-bezitters————————have2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 hebben ⇒ bezitten, beschikken over, houden 〈 bezit, eigenschap, gelegenheid, plaats en tijd, verwanten en kennissen, iets dat toegezegd is〉5 hebben ⇒ genieten van, lijden aan6 hebben ⇒ laten liggen, leggen, zetten7 〈met naamwoord dat een activiteit uitdrukt; vaak te vertalen door werkwoord van dat naamwoord; informeel〉 hebben ⇒ maken, nemen 〈enz.〉8 toelaten ⇒ dulden, aanvaarden12 〈 met naamwoord en onbepaalde wijs of voltooid deelwoord〉 het moeten beleven dat ⇒ het overkomt/overkwam hem/haar/hun dat15 vrijen/slapen met♦voorbeelden:you can have that old car if you want • je mag die oude kar houden als je wilhe has an excellent memory • hij beschikt over een voortreffelijk geheugenhave mercy on us • heb medelijden met onsI've got no time • ik heb geen tijdyou have my word • je hebt mijn woord, mijn woord eropI've got it • ik heb het, ik weet het (weer)you have something there • daar zeg je (me) wat, daar zit wat inhe wouldn't have his wife back • hij wou zijn vrouw niet terug (hebben)do you have enough wine in? • heb je genoeg wijn in huis?have something about/on one • iets bij zich hebbenwhat does she have against me? • wat heeft ze tegen mij?2 the book has six chapters • het boek heeft/bestaat uit zes hoofdstukkenmay I have this dance from you? • mag ik deze dans van u?he had a splendid funeral • hij kreeg een schitterende begrafeniswe've had no news • we hebben geen nieuws (ontvangen)you can have it back tomorrow • je kunt het morgen terugkrijgenhave a cigarette • een sigaret nemen/rokenhave a good time • het naar zijn zin hebbenyou have it badly • je hebt het lelijk te pakkenlet's have the rug in the hall • laten we het tapijt in de hal leggenhave a discussion • discussiëren, een discussie hebbenhave a try • (het) proberenhave a walk • een wandeling makenI won't have you say such things • ik duld niet dat u zoiets zegtI'm not having any • ik pik het niet, ik pieker er niet overhe's finally had it done • hij heeft het eindelijk laten doenhave a tooth out • een tand laten trekken12 he's had his friends desert him • hij heeft het moeten meemaken dat zijn vrienden hem in de steek lietenhave someone (a)round/in/over • iemand (eens) uitnodigenwe are having the painters in next week • volgende week zijn de schilders bij ons in huis aan het werkhave someone up • iemand uitnodigen 〈 in het bijzonder van beneden, uit het zuiden of van het platteland〉16 can you have the children tonight? • kun jij vanavond voor de kinderen zorgen?〈 niet verouderd〉 have something off • iets uit het hoofd/van buiten kennenhave it (that) • zeggen (dat), beweren (dat)as the Bible has it • zoals het in de bijbel staatrumour has it that … • het gerucht gaat dat …have it (from someone) • het (van iemand) vernomen/gehoord hebben, het weten (van iemand)〈 informeel〉 have had it • hangen, de klos/pineut zijn; niet meer de oude zijn, dood zijn; het beu zijn, er de brui aan gevenhave it in for someone • een hekel hebben aan iemand, de pik hebben op iemandhave it in for someone • de pik hebben op iemandhave it/the matter out with someone • het (probleem) uitpraten/uitvechten met iemandhave something on someone • belastend materiaal tegen iemand hebbenyou have nothing on me • je kunt me niks makenhave nothing on • niet kunnen tippen aanhave something on/over • beter zijn dan, een streepje voor hebben op→ have on have on/III 〈 hulpwerkwoord〉2 〈alleen in aanvoegende wijs verleden tijd; formeel〉had(den)/was/waren ⇒ indien/als … zou(den) hebben/zijn♦voorbeelden:he has died • hij is gestorven2 had he claimed that, he would have been mistaken • had hij dat beweerd, dan zou hij zich vergist hebbenI had better/best forget it • ik moest dat maar vergeten, het zou beter/het beste zijn als ik dat vergatI'd just as soon die • ik zou net zo lief doodgaan -
6 drift
n. beweging, richting, tendens; erosie, afdrijving--------v. met de stroom meegaan; meeslependrift1[ drift] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 afwijking/drijving ⇒ het weg/afdrijven, het zwerven2 vlaag ⇒ sneeuw/regenvlaag, stofwolk3 opeenhoping ⇒ berg, massa4 ongeorganiseerde beweging ⇒ gang, trek5 strekking ⇒ tendens, bedoeling♦voorbeelden:I get your drift • ik begrijp wat je bedoelt→ continental continental/————————drift21 (af/uiteen)drijven 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ (zich laten) meedrijven, (rond)zwalken♦voorbeelden:John and Mary drifted apart • John en Mary vervreemdden van elkaardrift away/off • geleidelijk verdwijnenshe just drifted in • ze kwam zomaar even langsII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
7 ruralness
n. het plattelands zijn, het dorpszijn, het landelijk zijn, het hebben van de eigenschappen van het platteland -
8 rusticness
n. het plattelands zijn, het dorpszijn, het landelijk zijn, het hebben van de eigenschappen van het platteland -
9 have someone up
have someone up -
10 boer
3 [lomp persoon] boor ⇒ (country) yokel/bumpkin5 [in samenstellingen] man6 [speelkaart] jack♦voorbeelden:1 〈 spreekwoord〉 wat de boer niet kent dat vreet hij niet • some people don't trust anything they don't know3 een boer op klompen • a country bumpkin, a real peasant4 een boer laten (vliegen) • burp, belchlachen als een boer die kiespijn heeft • laugh on the wrong side of one's face -
11 terrien
-
12 boer
♦voorbeelden:wat een boer is die vent! • quel plouc!een boer laten (vliegen) • roterlachen als een boer die kiespijn heeft • rire jaune -
13 heiraten
heiratenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉1 trouwen, huwen♦voorbeelden:1 aufs Land, in die Stadt heiraten • met iemand van het platteland, uit de stad trouwen en daar gaan wonenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 trouwen, huwen met ⇒ in het huwelijk treden met -
14 boerin
1 [vrouw van een boer] farmer's wife2 [vrouw met een boerenbedrijf] woman farmer3 [vrouw van het platteland] country woman4 [lompe vrouw] lumpish woman -
15 Dorf
〈o.; Dorf(e)s, Dörfer〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 die Welt ist (doch) ein Dorf! • wat is de wereld toch klein!〈 informeel〉 du bist wohl vom Dorf! • wat ben je een boer(enkinkel)!jemand stammt vom Dorf • iemand komt van het platteland -
16 the drift from the country to the city
the drift from the country to the cityEnglish-Dutch dictionary > the drift from the country to the city
-
17 rurally
adv. landelijk, van het platteland -
18 rurbanisation
rurbanisation [ruurbaaniezaasĵõ]〈v.〉 -
19 leegloop
♦voorbeelden: -
20 ontvolking
См. также в других словарях:
Équipe cycliste Vrienden Van Het Platteland — Vrienden Van Het Platteland Pas d image ? Cliquez ici Informations Code UCI VVP … Wikipédia en Français
Eleonora Van Dijk — Eleonora Van Dijk … Wikipédia en Français
An Van Rie — Au championnat de Belgique du contre la mont … Wikipédia en Français
Sharon van Essen — Infobox Cyclist ridername = Sharon van Essen image caption = fullname = Sharon van Essen nickname = dateofbirth = birth date and age|1981|3|3 country = NED height = weight = currentteam = discipline = Road role = Rider ridertype = amateuryears =… … Wikipedia
Eleonora van Dijk — Eleonora Van Dijk … Wikipédia en Français
Annemiek van Vleuten — Annemiek van Vleuten … Wikipédia en Français
An Van Rie — Infobox Cyclist ridername = An Van Rie fullname = An Van Rie nickname = dateofbirth = birth date and age|1974|6|9 country = BEL height = weight = currentteam = discipline = Road role = Rider ridertype = Time triallist amateuryears = amateurteams … Wikipedia
Ellen van Dijk — (born February 11, 1987 in Harmelen) is a Dutch professional racing cyclist. She is part of the 2006 Vrienden van het Platteland team.Notable results* 2003: 1st in Dutch National Road Race Championship, Newcomers * 2004: 1st in Dutch National… … Wikipedia
Youp van 't Hek — Joseph Jacobus Maria van t Hek, commonly known as Youp van t Hek, (born February 28, 1954 in Naarden) is a Dutch comedian and a columnist for NRC Handelsblad. Youp van t Hek is the brother of field hockey international Tom van t Hek. Biography… … Wikipedia
Bok van Blerk — Nom Louis Andreas Pepler Naissance 30 mars 1978 (1978 03 30) (33 ans) Pretoria … Wikipédia en Français
Chantal Beltman — Personal information Full name Chantal Beltman Born August 25, 1976 (1976 08 25) (age 35) Slagharen, the Netherlands Team information Discipline Road … Wikipedia